Mensen zijn doorgaans geen helden - Dit was Lees Meer! op 4 mei
Een debuterend schrijver met een verhaal dat hij twaalf jaar met zich heeft meegedragen en dat daarom zoiets intiems was geworden dat het voor hem vreemd voelt nu het gepubliceerd is en dus in handen ligt van ‘vreemden’. Een bekend en gelauwerd schrijver bij wie het al even succesvolle hoofdpersonage van zijn jongste roman zijn interviewer, Ann De Bie, een klap uitdeelt. Een schrijfster die niet voor het eerst haar opwachting maakt bij Lees meer! en onmiddellijk alle twijfel weghaalt over het genre van haar volgende succesroman: het is fictie, maar de ‘ik’ uit het boek is ook de ‘ik’ die voor jullie zit.
Driemaal een wervelende start van een dik half uur durend boeiend gesprek, waarin Ann De Bie ons in de haar typerend frisse stijl leert wat daarvoor nodig is: geen recensenten napraten, maar haar persoonlijke vragen en bedenkingen op de schrijvers afvuren – en dat doet ze met glans. Ook laat ze hen telkens een zelfgekozen fragment voorlezen, een keuze die zowel door het publiek als door de schrijvers zelf heel erg werd gesmaakt. Wat ze ook heel behendig doet, is links weven tussen de verschillende gesprekken, of het nu gaat over de feilbaarheid van de mens, de noodzaak van zorg, of over de rol van literatuur in het leven van schrijvers en lezers. Over de romans zelf kwamen we net genoeg te weten om er op zijn minst nieuwsgierig naar te zijn.
Verbonden verbeelding
In Voor altijd geleden verweeft Stephan De Winter twee verhaallijnen: de jeugdige liefdesrelatie tussen Tristan en Emma, die op een wrede manier wordt doorkruist door de kanker die haar treft. Beiden worstelen op hun manier met de aanvaarding van deze harde realiteit. De verbinding die in dit proces kon ontstaan, blijft uit.
De tweede verhaallijn brengt ons naar De Zandbergen, een mysterieuze plek waar vreemde, hallucinogene dingen gebeuren - in werkelijkheid is dit het natuurdomein tussen Schellebelle en Wetteren, waar de auteur opgroeide en waar een grote treinramp plaatsvond, een ramp die ook in het verhaal een functie heeft. Het is de plek waar twee vrienden de rouwende Tristan naartoe brengen om hem wat af te leiden.
Dat Stephan De Winter al sinds zijn vroege jeugdjaren (net als Emma trouwens) een verwoed lezer is, merken we aan de vele verwijzingen naar andere boeken in de roman. Het idee van de treurwilgen in het natuurdomein heeft hij trouwens uit zijn (én Emma’s) lievelingsverhaal The Willows van Algernon Blackwood.
Deze jonge auteur heeft thuis nog wel acht of negen manuscripten op het schap liggen, maar nu weet hij al waar hij heen wil: literatuur is ‘verbonden verbeelding’, lezen ‘denken met iemand anders’ hoofd’.
We zijn meer geworteld dan we denken
In Mordechai laat Marcel Möring zijn hoofdpersonage terugkijken op zijn leven als succesvol schrijver. Hij is alle heisa rond zich beu en trekt zich meer en meer terug. Hij verandert voortdurend van woonplek en verkiest vrouwen die het wel prettig bij hem vinden, maar hem niet zo ontzettend nodig hebben - zijn drang naar autonomie en onafhankelijkheid dus delen. En nee, een blijk van egoïsme is dat niet, het is eerder openstaan voor het onbekende. En vijf relaties in 72 jaar is niet zo’n slecht palmares, toch? Trouwens, Mordechai mag dan al niet ‘gedaan hebben aan missen’, Clara mist hij wel.
Een biografie over zijn leven, die weert hij af. Maar laat dat nu net zijn wat het hoofdpersonage in deze roman zoekt: inzicht in waarom we zijn wie we in wezen willen zijn. Zelfkennis is volgens de auteur een van de moeilijkste dingen, je staat van alle kanten onder druk. Mordechai is schrijver, maar ook Jood. En hoe moet hij zich verhouden met zijn eigen familiegeschiedenis? En komen we op een bepaald moment niet allemaal tot de ontdekking dat we meer geworteld zijn dan we denken en wensen?
Met dit boek heeft Marcel Möring een roman willen schrijven die leest als een avontuur. En hij vindt het voorlopig zijn beste ook. Nu wij nog?
Kantelingen in het leven
Toen Lize Spit als derde en laatste schrijver op de interviewstoel belandde, moest ze eventjes het voorgaande gesprek doorspoelen – zo geboeid was ze geraakt. Maar een paar tellen later was ze al volop op dreef.
Autobiografie van mijn lichaam beschrijft welke kanteling in het leven wordt ingezet op het ogenblik dat iemand hoort dat zijn ouders niet lang meer te leven hebben. Dat gebeurde bij Lize Spit op de dijk van Oostende, met het berichtje van haar moeder dat ze kanker had en zou scheiden van haar vader. Plots worden je ouders twee aparte individuen en veranderen op slag alle interrelationele familieverhoudingen: in plaats van eilandjes, waarop alle gezinsleden zich hun hele jeugd hadden verschanst tegen de problematische situatie, worden ze plots lotgenoten. Lize Spit voelt geen kwaadheid voor haar aan de drank verslaafde ouders en het impliciete geweld van haar vader – het zijn mensen die geen zelfliefde kenden en taal misten om te vertellen wat er in hen omging. Ook hun kinderen leerden ze niet praten, daardoor was het hebben van een lichaam ook moeilijk als er eens iets misging.
Toen Ann De Bie haar het fragment over een pijnlijke kerstavond met het gezin liet voorlezen, bleek dat een schot in de roos. Daar ontstond voor Lize Spit immers de kiem van haar schrijverschap: in het werkelijke leven was zwijgen haar deel, maar ze zou een tweede, verborgen leven ontwikkelen, waarin ze de taal zou vinden om te spreken.
Al was het ook wel lastig om over een verhaal als dit een gesprek aan te gaan met haar zussen en broer. Vooral haar oudste zus wou ze, na overleg, meer erkenning geven, maar ze botste daarbij op een njet van haar redacteur. Want zo werkt literatuur: een verhaal is persoonlijk, maar ook universeel. Personen worden personages, en de literaire vorm moet worden gerespecteerd.
Lize Spit eindigde haar interview met te doen waar ze in uitblinkt: doorleefde uitspraken formuleren die zinderen van wijsheid en psychologisch doorzicht. Durf hulp te vragen en ook te geven, zonder dat iemand erom vraagt - zorg toelaten is de ander deels ontslaan van zijn machteloosheid.
Het 100ste interview voor Ann De Bie
Nadien werd Ann de Bie in de bloemetjes gezet: haar interview met Marcel Möring bleek maar liefst haar honderdste. Ze sprak de hoop uit dat er nog vele zouden komen – en het welgemeende applaus dat daarop volgde, sprak boekdelen.
Zin om ook eens een Lees Meer! mee te maken? Koop alvast je tickets voor de volgende editie op 19 oktober!
Tekst: Charlotte Hardeman
Foto's: Dieter Tanghe