Maak kennis met redactielid Stan!

6 mei 2025

Sinds januari hebben we een redactieploeg! Zij zullen de komende maanden schrijven over alles wat er in Brugge leeft als het om taal, boeken en lezen gaat. Elke week stellen we iemand aan je voor. Vandaag: Stan!

Lezen is niet voor doetjes

Een van de doelstellingen van Brugge Leest is om meer mensen aan het lezen krijgen. Maar voor de onervaren lezer kunnen boeken best intimiderend zijn. Lezen vraagt ook een zekere inspanning. Het is erg verleidelijk om die inspanning niet te leveren. Er zijn zoveel gemakkelijkere alternatieven. Om te lezen moeten we ons bovendien goed concentreren. Dat kan een grote uitdaging zijn in deze drukke wereld vol afleiding en prikkels. Lezen is dus niet voor doetjes. Lezen vraagt moed.

Als leescommunity kunnen we elkaar moed geven door onze positieve leeservaringen te delen. Onze momenten van betovering, verwondering en plezier kunnen inspirerend werken voor anderen.

Er werd mij gevraagd om een artikel te schrijven waarin ik mezelf voorstel. Ik denk dat ik dat het beste kan doen door mijn leeservaringen te delen van het boek dat van mij een lezer heeft gemaakt.

Ik was namelijk niet altijd een lezer. Ik heb altijd van boeken gehouden, maar ik heb lange tijd niet veel gelezen. De uitdaging was me te groot. Ik had nog niet genoeg moed. Mijn nieuwsgierigheid dreef me niettemin geregeld naar de boekhandel. Op een dag viel mijn oog op een boek getiteld De kunst van het nietsdoen. Die paradoxale titel trok me aan. Een boek over nietsdoen!?

Het boek is een bundel korte essays, optekeningen en anekdotes geschreven door de Japanse dichter en essayist Kenkō in de 14e eeuw en vertaald vanuit het Japans naar het Nederlands door Jos Vos. Bij nadere inspectie bleek het boek geen gids over hoe je beter kan worden in het nietsdoen (helaas!). De auteur heeft het boek geschreven terwijl hij aan het "niets doen" was. De geniale eerste zin van het boek luidt dan ook: “Wat lijkt het waanzin om in mijn ledigheid hele dagen achter mijn inktsteen door te brengen en zomaar, lukraak, de eerste gedachten op te tekenen die in me opkomen.”

Die neergeschreven gedachten zijn vaak bijzonder banaal. Zo banaal dat het inderdaad waanzin lijkt om ze neer te schrijven in een boek. Nog waanzinniger om ze als derde persoon te lezen. Maar dat maakte het boek voor mij zo bijzonder. Bij het lezen van dit boek had ik het gevoel dat ik een authentiek en diepgaand gesprek aan het voeren was met een oude vriend ver van mij verwijderd in tijd en ruimte. Onze gesprekken over ogenschijnlijke banaliteit, het loutere feit dat er aan bepaalde zaken woorden gewijd worden, heeft mij anders naar de wereld leren kijken. Het boek heeft mij doen ervaren en inzien dat lezen een manier kan zijn om heel intiem met andere mensen in contact te komen. Soms zo intiem dat je jezelf in de ander zijn hoofd kan wanen om door zijn of haar ogen naar de wereld te kijken.

Ik had die specifieke ervaring omdat ik het boek woord voor woord in mezelf heb opgenomen en aan mijn zijn heb gekoppeld. Ik heb de woorden aan elkaar gerijgd met mijn eigen fantasie. Ik heb mijn eigen associaties en verbindingen gemaakt. Lezen is altijd een diep persoonlijke ervaring. Lezen vraagt veel inbreng van onszelf. Daardoor vinden we onszelf terug in het boek en zal elke lezer zijn eigen unieke leeservaring hebben. Dat is de magie van lezen. Werkt die magie niet bemoedigend?

Tekst: Stan Pollefliet