Mensen raken mensen
Zowel in zijn debuutroman ‘Woesten’ als in zijn tweede roman ‘Blindelings’ grijpt Kris Van Steenberge de lezer meteen vast door de kracht van zijn beelden.
‘Ik heb daarnet mijn hond afgemaakt en aan de vissen gevoerd. Een schot tussen de ogen. Welgemikt. Hoe ik het kon.’ … het begin van ‘Blindelings’ doet je naar adem happen.
Jonas zit in de zetel op wacht met zijn gezicht naar de deur die uitkomt op de entree. Op wie wacht hij? Waarom?
Je komt het in korte hoofdstukken te weten. Telkens volgt de auteur één van de mensen die de puzzel van Jonas’ leven vormen, niet noodzakelijk chronologisch.
Zijn moeder Abigail komt uit een rijke familie. Haar ambitie en dwanggedachte om alles naar haar zin te boetseren brengen Jonas tot de volgende gedachte: ‘Mijn universum is een puzzel met stukjes aangereikt door passanten. Zij zijn allemaal op mijn pad gezet door haar.’
Zijn vader Karel is de zoon van een cafébazin, hij is leraar en niet hard genoeg om haar weerwerk te bieden.
Het thema van twee mensen uit een heel verschillend milieu die een koppel worden vind je vaak terug in romans. Maar de manier waarop Van Steenberge dit vanuit die twee mensen beschrijft, gaat diep, heel diep.
Ook de beschrijvingen van de omgeving, de zee, de badplaats, de bezoekers, zijn zo echt dat ze ongemerkt accentueren wat zich bij de personen zelf afspeelt.
Zelfs ‘de passanten’ zijn geen vage figuren, ook zij zijn mensen van vlees en bloed.
Hoe die levens in elkaar en vooral in het leven van Jonas grijpen, wil ik niet vertellen. Je moet als lezer de puzzel zelf kunnen leggen.
Een boek dat, net als ‘Woesten’, uitnodigt om twee keer te lezen.
Synopsis
Enkele leden uit een gezin en een hulpverleenster worden gedurende een vrijdag gevolgd, waarbij dramatische gebeurtenissen leiden tot ondergang en teloorgang.