Bart Madou
Leestip van Bart Madou
… cortesia, een bepaalde 'hoffelijkheid' die je moet opbrengen bij het lezen van een boek. (G. Steiner)

Dagboek van een Engelse criticus

22 mei 2025

Bien écrire, c’est à la fois bien sentir, bien penser et bien dire’. Een citaat van Buffon dat wij bij Palinurus lezen en hij voegt eraan toe: ‘We kunnen niet denken als we geen tijd hebben om te lezen, noch voelen als we emotioneel leeg zijn, noch uit goedkope materialen iets permanents creëren.’

‘Palinurus wie?’ hoor ik jullie al denken. Palinurus, was dat niet die mythische schipper die overboord sloeg, zwemmend de kust kon bereiken maar daar door de kustbewoners toch nog vermoord werd? Inderdaad, maar Palinurus is ook het pseudoniem van de Engelse schrijver Cyril Connolly, die tijdens de oorlogsjaren van WO II een soort dagboek bijhield en dat publiceerde onder de naam Het rusteloze graf (The unquiet grave). Connolly stierf in 1974, 71 jaar oud. Het rusteloze graf verscheen (in 1982) in de reeks Privédomein, de vertaling is van Geerten Meijsing, meer dan voldoende reden om het boek ter hand te nemen, te kopen en ja, vraatzuchtig te lezen.

Meijsing slaagt er immers bij herhaling in om literaire pareltjes van vroeger te ontdekken en te vertalen.

Een echt dagboek zou ik Het rusteloze graf niet noemen, het is eerder een verzameling van gezegden, van citaten van andere beroemdheden, in de eerste plaats schrijvers en filosofen, die Palinurus dan op eigen en eigenzinnige wijze becommentarieert en er zijn eigen draai aan geeft. Na een stevige inleiding – die pas na de eerste druk werd toegevoegd – volgen er drie delen en een epiloog.

In deel een, ‘Ecce gubernator’ (’Ziehier de stuurman’), vernemen wij uitgebreid de opvattingen van Palinurus over literatuur, liefde en godsdienst. Het is vooral Pascal, Baudelaire en Leopardi die hem hierbij tot gids zijn en het valt niet te ontkennen dat de schrijver een duidelijke voorkeur heeft voor de Franse literatuur.

‘Er zijn maar twee manieren om een goede schrijver te zijn: als Homerus, Shakespeare of Goethe het leven volledig te aanvaarden, of als Pascal, Proust, Leopardi en Baudelaire te weigeren om ooit zijn gruwelijkheid uit het oog te verliezen.’ Palinurus voelt zich duidelijk verwant aan de tweede soort. Een van de meest voorkomende woorden in het boek is beklemming (doorgaans de vertaling van ‘anxiety’)

In het tweede deel ‘Te Palinurus petens’, vrij vertaald als ‘Op zoek naar jou, Palinurus’, staat in het begin de zelfmoordgedachte centraal (wij zitten in WO II!).

‘Zoals het licht in de gevangenis gedimd wordt op het moment dat de stroom wordt ingeschakeld voor de elektrische stoel, zo huiveren wij in ons hart bij het vernemen van een zelfmoord, want niemand slaat de hand aan zichzelf zonder dat de hele samenleving blaam treft.’

Palinurus bevindt zich in dit deel in Parijs, waar al zijn ellende begon. Sainte-Beuve en Chamfort komen op de voorgrond, maar tegen het einde van dit deel merken we toch al een straaltje hoop.

‘La pensée console de tout’ (Het denken is een troost voor alles) citeert hij.

Het derde en laatste deel, ‘La clé des Chants’ (De sleutel van de gezangen), wordt sterk beïnvloed door Flaubert, maar ook Baudelaire en Proust ontbreken niet.

Zo lezen wij dat ‘kunst herinnering is: herinnering is opnieuw beleefd verlangen.

Palinurus, Connolly, is veertig als hij Het Rusteloze graf schrijft, niet te verwonderen dat hij zich in de uitspraak van Flaubert herkent: ‘Le néant d’avoir quarante ans’ (de afgrond van de veertigjarige leeftijd).

In de Epiloog verzeilt Palinurus in het gedachtengoed van Jung en de psychoanalyse. Over het lot van de stuurman Palinurus citeert Connolly uitvoerig uit de Aeneas en hij gebruikt daarbij de vertaling van Dryden. In dezelfde zin doet Meijsing voor zijn vertaling terecht een beroep op de 17de-eeuwse dichter Dirck Doncker, hij had ook de vroegere vertaling van Vondel kunnen gebruiken, ‘evenwel bevalt ons Donckers vertaling in de meeste opzichten beter – noot van de vertaler’.

‘O nimium coelo et pelago confise sereno

Nudus in ignota, Palinure, jacebis harena.’

‘O die U, op ’t schoôn weêr, en zee, te zeer verliet,

Naakt zult gy, Palinuur, op een vreemd strand nu leggen.’

En omdat men zijn lichaam niet begraven heeft, moet Palinurus volgens de mythologie nog honderd jaar wachten om toegelaten te worden tot het dodenrijk. Van een rusteloos graf gesproken!

Sommigen bestempelden het boek bij zijn verschijnen als somber en morbide, maar dat is volkomen onterecht.

Op de site van Literair Nederland (www.literairnederland.nl) beweert Reinder Storm dat ‘het werk niet zozeer ‘mooi’ of ‘leuk’ is, maar wel zeer indringend. Het hoort op ieders nachtkastje thuis – of het zou toch tenminste voor velen een bron van inspiratie kunnen zijn’.

Palinurus (pseud. Cyril Connolly), Het rusteloze graf, Privé-domein, vertaald door Geerten Meijsing, 211 blz.

Bart Madou
Leestip van Bart Madou
… cortesia, een bepaalde 'hoffelijkheid' die je moet opbrengen bij het lezen van een boek. (G. Steiner)

Titel:
Het rusteloze graf
Auteur:
Palinurus (pseud. Cyril Connolly)
# pagina's:
211
Aanbevolen voor:
intens

Gerelateerde leestips