En Palestijnse tragedie
In 2024 ontving de Amerikaanse schrijver Nathan Thrall de Pulitzer Prize voor non-fictie voor zijn boek Een dag uit het leven van Abed Salama. Non-fictie? Na lezing had ik eerder de indruk dat het om een roman ging, weliswaar gelardeerd met verwijzingen naar de realiteit: de eerste en tweede intifada, de twee Oslo-akkoorden, premier Sharon, Yasser Arafat enzovoort.
‘Dit is een waar gebeurd verhaal. Alle namen in het boek zijn echt, behalve die van vier mensen – Abu Hassen, Azzam, Ghazl en Hassan – uit respect voor hun privacy.’ (Blz. 233)
Centraal in het boek staat het vreselijk ongeval met een schoolbus tijdens een regendag op 15 februari 2015, waarbij negen Palestijnse kleuters en een leraar het leven lieten en vele anderen zwaargewond geraakten.
De reactie langs Israëlische kant op de zogenaamde sociale media waren ronduit onthutsend en schandalig: ‘Hahahaha 10 dood hahahaha, goeiemorgen.’; ‘Het is maar een bus met Palestijnen. Niet belangrijk. Jammer dat er niet meer dood zijn.’; ‘Geweldig! Minder terroristen!!!!’; ‘Heerlijk nieuws om de ochtend mee te beginnen.’; ‘Mijn dag is goeoeoeoed.’ (Blz. 221)
In die bus, onderweg voor een schoolreisje, zat ook de vijfjarige Milad, zoontje van Abed. De botsing met een vrachtwagen op een modderige weg in de buurt van Jeruzalem, waarbij de zevenentwintig jaar oude bus kantelde en in brand vloog, wordt al in de proloog beschreven. Het regende en stormde die dag verschrikkelijk, veel ouders vroegen zich af of het wel verantwoord was om die schoolreis te laten doorgaan, velen twijfelden om hun kind mee te geven, zo ook Abed, maar omdat Milad zo aandrong liet Haïfa, zijn moeder, zich vermurwen en bracht hem naar school voor het uitstapje. In de volgende vijf delen maken wij vooreerst kennis met de achtergrond en de levensomstandigheden van Abed Salama, zijn onmogelijke liefde voor het meisje Ghazl, die tot een familie behoorde waarmee de familie van Salama op gespannen voet leefde. We krijgen zowaar bijna een doublure van het verhaal van Romeo en Julia, van de Montagues en de Capulets. Finaal huwt hij, op aanraden van zijn vader, met een ander meisje. Nathan Thrall laat niet na de achterhaalde en stomme gebruiken en tradities van de Arabieren - en de Palestijnen in het bijzonder - te laken. De zinloze familiekwesties, de onderlinge twisten over verschillende generaties heen, de zogenaamde eer van de familie, de weinig benijdenswaardige en minderwaardige positie van de vrouw, die meestal alleen staat voor zowat alles in het gezin, behalve dan voor geldkwesties.
Omdat zijn huwelijk niets van liefde bevat, zoekt Abed zich (binnen zijn familie) een tweede vrouw, Haïfa. Volgens de plaatselijke gebruiken mag hij tot vier vrouwen tot zich nemen. Haïfa schenkt hem ook vier kinderen, waaronder Milad.
Wat ook een scherpe en sterke indruk nalaat, zijn inderdaad de barre, vernederende levensomstandigheden van de Palestijnse bewoners op de Westelijke Jordaanoever. Hoe hun land geconfisqueerd wordt voor telkens nieuwe Joodse nederzettingen, de voortdurende pesterijen vanwege de Israëli’s, de ingebakken onrechtvaardigheid van veel maatregelen, zo de verschillende kleuren van de identiteitspapieren waardoor de ene wel en de andere niet in bepaalde gebieden (na grondige en onnodig lange controle) mag binnengaan. Dat was voor vele ouders een groot probleem bij het zoeken naar hun kinderen die naar verschillende ziekenhuizen werden overgebracht. Denk maar aan die compleet van de pot gerukte indeling van de Westelijke Jordaanoever in zo’n 126 kleine eilandjes, ommuurd of omheind met overal controleposten van het Israëlische leger.
In het middelste deel van het boek wordt het vreselijk ongeval en de reddingsactie door aanwezige Palestijnen beschreven. Het duurt meer dan een half uur eer de eerste Palestijnse ambulances arriveren – ze moeten omwille van verboden wegen en controleposten een hele omweg maken – terwijl de Israëli’s in hun controlepost op nog geen kilometer verder ambulances en brandweerwagens weigeren in te zetten.
Complete chaos; terwijl de bus op zijn zijde ligt en nog brandt, proberen toegelopen mannen nog kinderen uit de bus te halen, maar het verdict is verschrikkelijk: een begeleider en zeven kinderen laten ter plaatse het leven, later bezwijken nog twee kinderen aan hun brandwonden.
Onbeschrijfelijke taferelen (Nathan Thrall doet weliswaar een poging om alles wél te beschrijven): huilende, jammerende, gillende, tierende mannen en vrouwen op zoek naar hun kind. De meesten worden afgevoerd naar het ziekenhuis van Ramalah, anderen naar nabijgelegen ziekenhuizen, ook in Jeruzalem. Omstaanders ontfermen zich over kinderen die niet of minder gewond zijn en brengen ze naar hun woning.
Wanneer Abed het ongeval verneemt, spoedt hij zich dan ook naar de plaats van het onheil waar de meeste kinderen al geëvacueerd zijn. Hij gaat meteen naar Ramalah om te zien of hij Milad kan vinden, dat is niet het geval, hij begeeft zich naar de andere ziekenhuizen, doet overal navraag, beschrijft welke kleren Milad droeg, tevergeefs.
Hij hoort ook dat er in het mortuarium van Ramalah vijf zwaar verbrande kinderlijkjes liggen, hij wil er heen maar de toegang wordt hem ontzegd. Hij wordt gevraagd om een bloedstaal af te staan voor een DNA-test en zal daar twee dagen moeten op wachten.
Tot hij het fatale nieuws over zijn zoontje verneemt...
Nathan Thrall, Een dag uit het leven van Abed Salama – een Palestijnse tragedie, Cossee, 2024, 281 blz.
Synopsis
Persoonlijk relaas over de zoektocht van een Palestijnse vader naar zijn zoon die vermist raakte na een schoolbusongeluk bij Jeruzalem. Met zwart-witkaarten.