Suggestief, herkenbaar en hartverwarmend
Dit is een juweeltje van een pretentieloze roman over het dagelijkse leven van gewone mensen. In deze kleine roman staat geen woord te veel: er wordt veel gezwegen en de witte ruimte tussen de regels is veelzeggend. De kracht van dit verhaal ligt in de suggestie.
De mensen in dit verhaal hebben allemaal een grote verlieservaring te verwerken en vinden troost bij de schapen in de achtertuin. De titel “Ik ga naar de schapen” is dus heel betekenisvol. De relatie met de dieren is niet affectief , maar de dieren zijn eerder een natuurlijke houvast: ze zijn er altijd geweest van in de kindertijd. Even naar de schapen gaan kijken in de achtertuin is voor Andrej zoveel als even tijd nemen om tot jezelf te komen en wat moed bij te tanken om het leven aan te kunnen.
Herkenbaar voor velen met oudere familieleden op het platteland is de zwijgzaamheid. Op de vraag “Hoe gaat het?” antwoordt Simone steeds “Goed”, ook als dat niet zo is. Iedereen draagt z’n lot in stilte . Simone heeft verdriet om de aftakeling van haar dementerende moeder Siti. Simone en Andrej hebben samen één dochter, Tove, die kunstenares is en in de stad woont. Als Tove een zeldzame keer op bezoek komt is het feest. De beste vriend van het koppel is hun buurman Rocco die bij hen ’s avonds raadsels komt oplossen. Rocco is een eenzame begrafenisondernemer die bloemen kweekt in z’n tuin om de doden een persoonlijk passend bloemstuk te kunnen geven op hun kist. Dit doet hij ook voor Siti als ze sterft. In dit boek is de dood nooit veraf.
Het mooie in deze roman is dat de mensen elkaar toch dragen en aanvoelen en troosten. Het eindigt ook heel mooi . Op de achterflap staat dat het gaat over ”gewone mensen die doorheen lief en leed proberen gelukkig te zijn”. Een hartverwarmend boek.
Synopsis
Vijf mensen, elk met hun eigen bezigheden en passies, voelen zich onlosmakelijk met elkaar verbonden. Allen proberen ze iets van het leven te maken, maar vragen ze zich af hoe.