Applaus voor de juf of meester
Dit prachtige prentenboek is een ode aan iedere juf en meester.
De (hazen)juf van het dierenklasje heeft volgens haar leerlingetjes alle mogelijke kwaliteiten. Vanaf de eerste zinnen weet je wat soort juf ze is: ongedwongen en gedreven:
En daar komt ze uit het niets, slalommend op de fiets onze juf de schoolpoort binnen. Een hoofd vol weetjes, cijfers, zinnen, boekentas stampvol en ook een trommel en een wereldbol.
Met die trommelstokken rikketikt ze de kinderen binnen:
‘Kom binnen,’ zegt ze tegen iedereen, ‘ga zitten, noord en zuid en buitenbeen. Wees welkom, oost en west en al de rest.
Voel je thuis, Niemand wordt hier weggepest.’
De toon is gezet: het prentenboek zet zonder veel omhaal in op diversiteit, begrip, samenhorigheid en eigenwaarde. Een toon die niet meer weg te denken is in goede hedendaagse kinderboeken.
Ook de taal is, zoals het hoort, een grote troef: eenvoudig en zwierig, muzikaal en vaak grappig.
Bij de creatieve juf wisselt kennis af met voorlezen (‘Alle dagen van de week/is ze onze bibliotheek’), met terloops gestelde doordenkertjes (wat is goed, wat is kwaad?’ /Wat doen we met het klimaat?’), met het stimuleren van de fantasie: juf smeedt een zwaard waarmee ze draken te lijf gaan vanop hun bank want:
We zijn niet bang. ’En dat,’ zegt onze juf, ’is van levensbelang’
Bij de paginagrote, sfeervolle illustraties domineren de aardekleuren van het bos, in de duisternis tussen de takken of in de donkerte van de nacht, lichter wanneer bepaalde dieren of acties voor het voetlicht komen of als de dieren aan de vijver naar hun zelfbeeld op zoek gaan. En dank zij de vele speelse details leven luisterende oortjes zich in het sfeervolle beeldverhaal volkomen in!
Een mooier dankjewel kan geen juf, of meester (want, ‘Is dit boek voor je meester? Vervang dan juf door meester. Zij/haar door hij/hem of zijn’) zich wensen.
In boekenvriendschap, Jet
