Dan toch fan van Wieringa?
“Nirwana” werd aangekondigd als het magnum opus van Tommy Wieringa. Van een man die eerder al de Libris Literatuurprijs (Dit zijn de namen) en de opvolger van de AKO Literatuurprijs (De heilige Rita) won, schept dat natuurlijk hoge verwachtingen. Ik las destijds zijn doorbraakroman Joe Speedboot en begreep niet waarom het boek een hype was. Sindsdien liet ik Wieringa lang links liggen, ook zijn prijswinnende boeken las ik niet, maar besloot me nu dus wél aan zijn magnum opus te wagen.
Ik heb er geen spijt van.
Hoe Wieringa de kapitalistische, neoliberale olie-industrie op verhalende wijze portretteert als sympathisant van extreem-rechts en (ook letterlijk) erfgenaam van het nazisme, beiden vertrekkend vanuit een destructief vuur, en daar dan een verwante kunstschilder naast plaatst die teert op dat verleden, het tegelijk aanklaagt en streeft naar het nirwana: knap! Genoten ook van hoe Wieringa zichzelf in het verhaal manoeuvreert. Genoten van de liefdesrelaties die de kunstschilder neerzetten als een complex personage. Genoten van de stelling die Wieringa inneemt in het klimaatvraagstuk. Want voor mij is dit eerder een klimaatboek, dan een oorlogsroman. Het citeren uit de teruggevonden dagboeken van de grootvader toen die aan het front vocht, vond ik zelfs storend. Ze namen teveel pagina’s in beslag. Ze hadden als doel om de grootvader te ontmaskeren als die-hardSS’er, en dat deden ze ook, maar het had veel korter gekund.
Dat is het enige puntje van kritiek dat ik op het boek heb. Voor de rest vind ik Nirwana zeker een aanrader.
Ben ik dan toch, zoals veel anderen, fan van Wieringa? Misschien moet ik dan toch zijn prijswinnende boeken eens gaan lezen om dat zeker te weten?
Synopsis
Een man uit een invloedrijke familie keert terug naar het landgoed waar hij is opgegroeid om weer te schilderen en het oorlogsverleden van zijn grootvader te onderzoeken.