De premier schreef een thriller
Reykjavík werd tijdens de pandemie geschreven door Ragnar Jónasson en Katrín Jakobsdóttir. De eerste een befaamd thrillerauteur, de tweede van november 2017 tot april 2024 premier van IJsland. Katrín Jakobsdóttir studeerde IJslands en behaalde haar master met een eindwerk over Arnaldur Indridason. Deze thriller-grootmeester heeft haar zeker een duwtje richting 'Reykjavík' gegeven. Al is het boek opgedragen aan Agatha Christie.
Het verhaal draait rond de verdwijning van een jong meisje in de jaren 1950. Lára heeft een vakantiejob op een eilandje voor de kust van Reykjavík. Ze raakt vermist. De zaak blijft onopgelost. Dertig jaar later, in augustus 1986, bijt een journalist zich vast in de verdwijning van Lára. Daarbij krijgt hij veel tegenwerking. Tegelijkertijd viert Reykjavík zijn 200ste verjaardag en gaat er een vredestop tussen Ronald Reagan en Michail Gorbatsjov door in de stad.
Wat maakt Reykjavík voor mij een geslaagde thriller? De personages worden goed en levensecht beschreven. De stad krijgt een hoofdrol, tijdens een bijzondere periode in zijn geschiedenis. De historische context maakt het verhaal geloofwaardig en boeiend. En bovenal: dit boek is er één met een echt verrassende plot.
Een aanrader.
Synopsis
1956. De verdwijning van een 15-jarig meisje groeit uit tot IJslands grootste onopgeloste zaak. Dertig jaar later, in het jaar dat Reykjavík haar tweehonderdste verjaardag viert en het decor is van een internationale vredestop, start een journalist een eigen onderzoek naar de verdwijning.