Wat een apotheose!
Twintig pagina’s ver in Tosca van Maud Vanhauwaert zei ik tegen mijn vrouw: “Deze ga je ook graag lezen.”
Mijn vrouw en ik hebben doorgaans niet dezelfde boekensmaak, maar het gemak waarmee Maud Vanhauwaert sympathieke personages tot leven roept, daarvan weet ik dat mijn vrouw dat ook kan appreciëren in een boek. Maar er was meer. Niet alleen sympathieke personages, maar ook een vlotte, poëtische schrijfstijl en genoeg mysterie waardoor je als lezer snel verder wil lezen om je nieuwsgierigheid tevreden te stellen.
Een paar dagen later, aan de ontbijttafel: “Misschien moet je het toch maar niet lezen.” Ik vond dat het verhaal nogal lang ter plekke bleef trappelen. Nog steeds mooi en vlot geschreven. Nog steeds heel veel sympathie voor het hoofdpersonage, maar ondanks al het drama zat er geen evolutie in het mysterie. Het verhaal leek zichzelf steeds te herhalen. Mijn nieuwsgierigheid verslapte, ik las eerder door omdat ik er nu toch in bezig was, dan dat ik echt benieuwd was naar het vervolg.
Maar wat een slot!
De laatste vijftig pagina’s – het kunnen er ook meer of minder geweest zijn - vlogen erdoor. Wat een flow. Een heerlijk spel tussen feit en fictie. Wat is waar, wat is verzonnen? Wie misbruikt hier wie? En wat is de rol nu juist van die afwezige vaders? Dat alles gemixt met een interessante reflectie over het schrijverschap en de vertaalproblematiek.
Indrukwekkende apotheose.
Mijn vrouw leest heel snel en zit al halfweg.
Synopsis
Een vertaalster raakt verwikkeld in een toxische relatie met een jonge vrouw die niet verder wil leven. Gaandeweg wordt het onderscheid tussen feit en fictie in hun relatie schimmiger, en rijst de vraag wie nu wie parasiteert.