Een kroon voor de vrouw die rozen at
Op maandag 30 januari werd voor een bomvolle zaal in de Beernemse O.C. De Kleine Beer de langverwachte historische roman Carlota van Kristien Dieltiens voorgesteld.
Een verhelderende getuigenis van haar Mexicaanse schoondochter zette ons op het spoor van ‘hun ‘‘mama Carlota’ en van ‘mama-auteur Kristien’. Een diepgaand interview met Xavier Taveirne maakte ons verder wegwijs in de zoektocht van Kristien naar het leven van de in België verzwegen, weggestopte prinses Charlotte (1840-1927): dochter van koning Leopold I, zus van Leopold II, als zeventienjarige gehuwd met de Habsburgse aartshertog Maximiliaan en gewezen keizerin van Mexico. Op het grote scherm volgden wij het leven van Carlota en de omzwervingen van Kristien Dieltiens in haar verschillende verblijfplaatsen: Laken, Tervuren, Triëste, Rome, Venetië, Milaan, en Chapultepec…, live begeleid door de wervelende Mexicaanse muziek van Mariachi del Mundo.
De zoektocht van Kristien duurde zes jaar om Charlotte- Carlotta- Carlota te doorgronden en haar een stem te geven. Die kreeg ze met verve in deze kleurige, beeldrijke, bloemrijke, lijvige, maar vooral zeer doorleefde roman.
De proloog had mij nieuwsgierig gemaakt. Niet Charlotte was aan het woord, maar wel Destina. Wie was die Destina, met een naam die ’lotsbestemming’ betekent? Het geschenk van maman over de dood heen aan haar tienjarige dochter, lezen we. ‘Zorg dat je haar niet kwijtraakt’, anders ‘verlies je jezelf’ waarschuwt maman nog. De aandachtige lezer heeft maar een halve hint nodig.
Destina is een eerste rode draad in het verhaal.
In het daaropvolgende eerste deel van de roman, ‘IK’, is Charlotte zelf aan het woord. Of beter: ‘Carlota’ zoals ze zich sedert haar verblijf in Mexico liet noemen. Maar wie was de ‘B’ aan wie ze haar geschriften opdraagt?
‘Geduld’ zei Kristien.
Dat had ik, 456 bladzijden lang volgde ik die tweede rode draad, alert voor de handig ingebouwde tips, verpakt in Kristiens meeslepende vertelkunst. Het laatste hoofdstuk bevestigde mijn langzaam gerezen vermoedens.
‘Ze zeggen dat ik gek ben’. De eerste zin zet de toon voor 4 hoofdstukken kennismaking met een deels verwarde, deels heldere geest die haar leven poogt samen te vatten in met haar eigen bloed geschreven brieven. Een gouden kraanvogelschaartje, een erfstuk van maman vol symboliek, bewijst dienst. De crinoline verbergt de wonden,.
In vuilgebekte scheldtirades-in een terminologie heimelijk afgeluisterd van de keukenmeiden- beschimpt ze haar broer Leopold, paus Pius IX, schoonbroer Frans Jozef, Napoleon III, hun op geld beluste kompanen en zet hen in hun hemd. Stuk voor stuk verdenkt ze hen als haar potentiële moordenaars.
Haar achterdocht en argwaan, haar geloof in voortekenen, de waanideeën over vergiftigd voedsel, spinnen en schorpioenen, vlechten een derde rode draad.
Allesomvattend zijn daarbij de rozen als blijvende band met haar moeder, maman, geprojecteerd in iedere madonna. Ze blijft haar rozengeur zoeken, en op raad van bonne maman eet ze de knoppen. Ze komt tot rust. ‘Calme-toi, Charlotte’.
De bouwstenen van de roman zijn gelegd.
De chaotische opwellingen van Carlota, het fragmentarisch vernoemen van feiten, plaatsen, personen, deed me verlangen naar een chronologisch historisch verhaal.
‘Geduld’ zei Kristien, ‘dat komt.’ Eerst moet je Carlota leren kennen, hoe ze denkt, hoe ze leeft, hoe ze zo argwanend en schizofreen werd…
Inderdaad, na deel 1 zat Carlota onder mijn huid. Ik was klaar voor haar persoonlijk historisch verhaal.
In de 4 volgende delen, ‘Maman’, ‘Papa’, ‘Max ‘ en ‘Mexico’ krijgt de chaos een ordening. In chronologische volgorde- met veel zijsprongen- passeren haar trieste kindertijd, haar adoratie voor haar maman, haar hunkering naar de liefde van haar vader en van Max, haar frustraties omwille van onbeantwoorde romantische dromen, haar tochten met Max over Europa, hun verblijf in Mexico, haar inzet als keizerin voor onderwijs en gelijkberechtiging van het gewone volk, haar korte geluk in een romantische liefde, en het daaropvolgend schuldgevoel, tot haar terugkeer en haar gedwongen afzondering in het kasteel van Tervuren en tenslotte in Laken.
De historische lijn krijgt vorm.
De ouder geworden weduwe Carlota roept met de hulp van fotoboeken, in flashbacks de chronologische tijdslijn op. We worden door haar en Kristien Dieltiens tot in detail meegenomen in het spel van de toenmalige grootmachten, met de paus als toezichter, waarin België wordt meegetrokken. Max en Carlota, toen nog Charlotte, zijn er pionnen op het politieke schaakbord, dat gedragen wordt door konkelarij, geld- en machtswellust.
Kristien en Carlota brengen de tijdgeest tot leven in de verstandshuwelijken, in de losbandigheid van koning en keizer voor wie de streng katholiek opgevoede echtgenotes slechts dienden om voor een wettige troonopvolger te zorgen. De pittige commentaar van Carlota liegt er niet om, vernietigend voor de mannen (Leo, ‘le canaille’, haar ‘lipizzaner’-broer‘, verwijzend naar zijn vele zijsprongen), zijn struise vrouw, met enig mededogen ‘het Brabantse trekpaard’ genoemd, paus Pius IX ( de blaaskaak, vent zonder ballen…de heilige sjoemelaar), de ‘valse’ Napoleon, keizer Franz Jozef (der Wiener Wurst), en zijn manzieke vrouw Elisabeth (of Sisi), een ‘kreng van een wijf’ aan wie Carlota een bloedhekel heeft.
Dit hele onverkwikkelijke politieke spel kadert Kristien Dieltiens in met een eigen doorvoelde toets. In de ontroerende bladzijden over de begrafenis van maman en de reacties van de jonge Carlota voelen wij een auteur die zich diep kan inleven en die ontroering ook intens kan overbrengen.
De tijdsgeest krijgt sfeer en kleur In gedetailleerde en herhaalde beschrijvingen van kledij, van de interieurs van de kastelen, bijvoorbeeld van Carlota’s geliefde Miramare in Triëste, of van gerechten en huisraad. Ik vermoed dat Kristien Dieltiens ons alle indrukken die ze op haar zoektocht in de voetsporen van Carlota opdeed, wou meegeven. Filmisch, soms overweldigend door overdadige herhalingen, maar verrassend in de fijnste details: zoals het borduren van rozen met petit-point techniek, de opkomst van de eerste thermometer…
Relevant is deel 4: Carlota wordt er ondergedompeld in de Mexicaanse rituelen, de flora en de toepassing ervan in dranken en baden, die haar rustig maken en haar even doen ‘verdwijnen’. De tegenstelling met de Europese geneeskundige technieken, als ijsbaden en inspuitingen, is groot.
Hier zit niet Carlota onder de huid van Kristien, maar Kristien onder de huid van Carlota. Zij omkadert Carlota met haar eigen stem en met haar sterke geloof in liedjes, de kracht van verhalen. Ze geven Carlota rust. ‘Calme-toi, Carlota’.
De tijdsgeest wordt nog geaccentueerd en verdiept door de verwijzingen naar de lectuur van Carlota - van Shakespeare over Dickens, ontdekt dank zij haar Engelse nicht Victoria, tot Jules Verne. Zij ontmoet auteurs als H. Conscience, maakt kennis met het werk van kunstenaars als Boulanger, de Haes, de Winne, met de eerste ingekleurde foto’s van de fotograaf Daguerre, met componisten als César Franck of Wagner bij de opvoering van Lohengrin en van Radetzky in Venetië. Wij bezoeken met de jonge Charlotte de pas opgerichte ‘Jardin Royale de Zoologie’ en de Jardin Botanique. We maken met Charlotte een scéance mee van haar trouwste hofdame, Madame V., en lezen hoe Carlota zich later laar leiden door het werk van occulist en medium Madame Blavatsky. Ook ontdekkingsreiziger en avonturier Stanley maakt even zijn opwachting bij broer Leopold II. Congo ligt in het verschiet. De zwarte kamenier-Gentil- die Leopold II haar ‘schenkt’, verdonkert de tijdsgeest. De twijfels en het ongenoegen van Carlota, die als keizerin van Mexico verdraagzaamheid en gelijkheid nastreefde, en van Kristien zijn duidelijk.
Charlotte van België, Carlotta genoemd in Italië en geëindigd als het zangerige Mexicaanse Carlota, heeft haar hele leven verlangd om vrij te zijn, om weg te kunnen vliegen. Maar de tristesse die haar moeder meedroeg na de dood van haar eerstgeborene, Babochon, besmette haar. Bovendien legde de strenge katholieke opvoeding en de heersende normen een druk op haar. Haar man Max bleef ze levenslang trouw. Zijn dood aanvaardde ze niet, ze bleef hem adoreren in een levensgrote pop. Haar leven bouwde ze op de opdracht die maman haar voorhield:
‘ Ma petite, een prinses gedraagt zich altijd waardig, het edele van de mens herkent men aan de beheersing van emoties.’ (p.99). Die woorden leidden een gevecht in dat Carlota’s leven overheerste, maar dat ze niet kon winnen.
Kristien Dieltiens gaf Carlota de vrijheid door haar te voorschijn te halen uit boeken, documenten, brieven en gebouwen en door haar een stem te geven. Het is de ingekleurde stem van een roman, waarin we de auteur horen doorklinken in haar liefde voor verhalen, voor liedjes, voor de natuur en in haar maatschappelijk overtuigingen. Die persoonlijke inkleuring en interpretatie ondersteunt met verve de historische realiteit. Het halve gezicht van De Red dancer III ( Olga Suvorova) op de schitterende cover werd ingevuld en kreeg het gezicht van Carlota.
Met haar honderdste boek heeft Kristien Dieltiens de verzwegen prinses opnieuw gekroond en zette ze meteen een (hopelijke voorlopige) kroon op haar 25 jaar schrijverschap.
In boekenvriendschap, Jet