Sterk gecomponeerd maar inhoudelijk ontbreekt het soms aan diepgang
Daan Borrel studeerde Literatuurwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Als freelance journalist en schrijver schrijft ze verhalen voor NRC Handelsblad, Het Parool, De Groene Amsterdammer, Revisor en ELLE, onder meer over cultuur, persoonlijke ontwikkeling, seksualiteit en levensverhalen. In 2024 verscheen haar romandebuut De dragers.
De roman verweeft drie diverse verhalen over het dragen van kinderen. Zo verschillend de verhalen zijn, zo anders is de stijl binnen elk verhaal, passend bij de tijdgeest waarin het verhaal zich afspeelt.
Maria is de eerste verteller: een advocate, net bevallen van haar eerste kind, die een familie helpt bij de verdediging waarbij een jonge vrouw overleden is tijdens de geboorte van haar kind. Vanuit de ik-persoon beschrijft Maria haar gedachten in korte zinnen, onderbroken door de woorden van anderen. Deze dialoog wordt ook visueel uitgewerkt in het boek. De gedachten vormen het relaas van wat Maria denkt dat zou kunnen gebeuren, en ze beschrijven eveneens de gedachten die bij haar opkomen van wat ze ziet of beleeft. Geen spreektaal of schrijftaal maar gedachten-taal: taal die kronkelt en soms van de hak op de tak springt, net zoals gedachten doen.
Het 1ste verhaal speelt zich af in 1996, het 2de verhaal in 2024. Sanae vertelt over de geboorte van haar eerste kind en de maanden die erop volgen. Deze ervaring zorgt regelmatig voor reflecties over haar eigen kindertijd. De leestekens op het einde van de zin zijn verdwenen in Sanae’s vertellingen. Gedachten-taal die doordrongen is van eigentijdse taal: ik zweer het, echt waar, eerlijk gezegd, serieus, het gaat echt zo.
In het 3de verhaal volgen we het verhaal van Vita, die in 2035 een kind draagt voor een homostel. In dit deel wordt de gedachten-taal nóg moderner uitgewerkt: geen enkel leesteken, geen hoofdletters en een stevige dosis Engelse termen. Het verhaal speelt zich al in de toekomst en geeft een mogelijk beeld hoe de tijd kan evolueren, welke thema’s een rol kunnen spelen en hoe de visie op moederschap mogelijks kan veranderen. Door de inhoud en de stijl kan dit verhaal het meest weerspannigheid oproepen, of eventueel zelfs afschuw. Maar het is net dat ongemak dat je doet stilstaan en reflecteren over de evolutie van het moederschap.
De stijl in elk verhaal sluit weergaloos aan bij de tijdgeest waarin het zich afspeelt én bij het karakter van het personage in het desbetreffende verhaal. De verwevenheid tussen de stijl, de tijdgeest en de verhalen onderling laat zich echter mondjesmaat lezen. Het getuigt van een goed doordachte visie. Zo oppervlakkig het boek start, zo weerspannig vordert het boek omdat het je als lezer confronteert met meerdere visies op het moederschap en de maatschappij. Stilistisch is het boek sterk uitgewerkt, net als de boodschap om stil te staan bij de evolutie van onze samenleving.
Inhoudelijk weten de verhalen me minder te raken. De verhalen beschrijven vooral gedachten-taal maar ontwijken de echte gevoelenswereld. Dit ervaar ik als een gemis. Daardoor ontbreekt het inhoudelijk soms aan diepgang, ook al slaagt het er wel in om weerbarstigheid op te roepen. 
Synopsis
Drie vrouwen in verschillende tijden zoeken naar de betekenis van ‘dragen’, het dragen van een kind, van de tijd waarin je leeft en van de toekomst.
 
														 
														 
																								 
                        