Menu sluiten
Uit liefde
John Boyne is vooral gekend van De jongen in de gestreepte pyjama, een bijzonder en zeer confronterend vriendschapsverhaal dat tijdens WOII in Auschwitz speelt. Het boek werd in 30 talen vertaald en in 2008 verfilmd.
De jongen die zijn vader zocht speelt zich af in Londen, tijdens WOI.
Hoofdpersoon Alfie Summerfield wordt vijf jaar bij het begin van de wereldoorlog. Hij ziet zijn vader en verschillende buren ‘uit plichtsbesef’ vrijwillig naar de oorlog trekken, en ook zijn vriendinnetje Kalena Janacek verdwijnt. Samen met haar Poolse vader wordt ze door de Britse regering afgevoerd naar een interneringskamp op het eiland Man.
Alfie klampt zich de eerste maanden nog vast aan de brieven van zijn vader, en aan de algemene roep dat de oorlog met kerstmis voorbij zal zijn. Maar wanneer de brieven stoppen, vreest hij dat zijn vader gesneuveld is. Dat hij op een geheime missie is, gelooft Alfie niet. Hij besluit zijn moeder als man in het huis te helpen om te overleven.
Met de 'geleende' schoenpoetskist van mijnheer Janacek wordt hij schoenpoetser in King’s Cross Station. Daar ontdekt hij bij toeval dat zijn vader niet op missie is, maar in het East Suffolk § Ipswich Hospital ligt. Alfie begint aan een eigen geheime missie: zijn vader redden en terug naar huis brengen. Niet uit plichtsbesef, maar uit liefde.
Net als in De jongen met de gestreepte pyjama kiest Boyne ten volle voor het standpunt van een kind. De gruwelen van de oorlog en van de loopgraven beschrijft hij niet in gruwelijke details, maar hij spaart de lezer ook niet. Op het voorplan staat de impact van de oorlog op het dagelijkse leven: de moed, wanhoop, woede en overlevingsstrijd van de achtergebleven vrouwen en kinderen.
Het verhaal eindigt in 1922. Tijdens die oorlogsjaren en de 4 jaar erna is Alfie uitgegroeid van een moedig, alert kind tot een zelfstandige puber. Dat hij als negenjarige ongezien actie onderneemt ( zelf de trein nemen, spijbelen, schoenpoetser worden, zijn vader ontvoeren…), kan enigszins bevreemdend overkomen. Maar Boyne leidt de lezer moeiteloos terug naar het begin van de 20ste eeuw, naar een wereld en leven in verandering. Samen met Alfie leert ook de jonge (en oudere) lezer begrijpen wat een shellshock is, en waarom een buurman een principiële dienstweigeraar is… Boyne heeft het met veel empathie in dit leeftijdsloze verhaal weergegeven. Niet beschreven, maar ingeleefd.
De jongen die zijn vader zocht speelt zich af in Londen, tijdens WOI.
Hoofdpersoon Alfie Summerfield wordt vijf jaar bij het begin van de wereldoorlog. Hij ziet zijn vader en verschillende buren ‘uit plichtsbesef’ vrijwillig naar de oorlog trekken, en ook zijn vriendinnetje Kalena Janacek verdwijnt. Samen met haar Poolse vader wordt ze door de Britse regering afgevoerd naar een interneringskamp op het eiland Man.
Alfie klampt zich de eerste maanden nog vast aan de brieven van zijn vader, en aan de algemene roep dat de oorlog met kerstmis voorbij zal zijn. Maar wanneer de brieven stoppen, vreest hij dat zijn vader gesneuveld is. Dat hij op een geheime missie is, gelooft Alfie niet. Hij besluit zijn moeder als man in het huis te helpen om te overleven.
Met de 'geleende' schoenpoetskist van mijnheer Janacek wordt hij schoenpoetser in King’s Cross Station. Daar ontdekt hij bij toeval dat zijn vader niet op missie is, maar in het East Suffolk § Ipswich Hospital ligt. Alfie begint aan een eigen geheime missie: zijn vader redden en terug naar huis brengen. Niet uit plichtsbesef, maar uit liefde.
Net als in De jongen met de gestreepte pyjama kiest Boyne ten volle voor het standpunt van een kind. De gruwelen van de oorlog en van de loopgraven beschrijft hij niet in gruwelijke details, maar hij spaart de lezer ook niet. Op het voorplan staat de impact van de oorlog op het dagelijkse leven: de moed, wanhoop, woede en overlevingsstrijd van de achtergebleven vrouwen en kinderen.
Het verhaal eindigt in 1922. Tijdens die oorlogsjaren en de 4 jaar erna is Alfie uitgegroeid van een moedig, alert kind tot een zelfstandige puber. Dat hij als negenjarige ongezien actie onderneemt ( zelf de trein nemen, spijbelen, schoenpoetser worden, zijn vader ontvoeren…), kan enigszins bevreemdend overkomen. Maar Boyne leidt de lezer moeiteloos terug naar het begin van de 20ste eeuw, naar een wereld en leven in verandering. Samen met Alfie leert ook de jonge (en oudere) lezer begrijpen wat een shellshock is, en waarom een buurman een principiële dienstweigeraar is… Boyne heeft het met veel empathie in dit leeftijdsloze verhaal weergegeven. Niet beschreven, maar ingeleefd.
