Na twee jaar in zijn kamer vindt Taguchi de ‘Stropdas’ op een bank
Het fenomeen van ‘Hikikomori’ is vooral in Japan bekend, maar komt overal voor. Jonge mensen sluiten zich lange tijd- vaak jaren lang - op in hun kamer. Ze vermijden elk sociaal contact, ze willen alleen zijn. In Japan zou de hoofdreden van dit fenomeen de grote prestatie- en aanpassingsdruk in school en samenleving zijn. Maar er zijn nog heel wat andere redenen waarom jonge mensen zich als een kluizenaar gaan gedragen.
In haar romandebuut ‘Een bijna volmaakte vriendschap’ kruipt Milena Michiko Flasar in de huid van Tachuki. Die verblijft al enkele jaren in zijn slaapkamer, gaat zelden naar de badkamer – als zijn ouders het huis uit zijn – en leeft van het voedsel dat zijn moeder plichtsgetrouw voor zijn slaapkamerdeur zet. Waarom hij zich opsloot in zijn kamer ontdek je bij stukken en beetjes in wat hij vertelt. En vooral in wat hij denkt.
Voor de buitenwereld is hij naar het buitenland verhuisd. Dat vertellen zijn ouders om zijn afwezigheid te verklaren. Want ze schamen zich voor hun zoon die geen sociaal contact wil, die niet wil studeren en iets van zijn leven maken.
Op een dag ‘laat Tachuki zichzelf vrij’, zo voelt het voor hem aan. Hij komt in een wereld vol kleur en lawaai en deinst achteruit. Het idee dat iemand in de stoet van mensen tegen hem zou botsen doet hem braken. PLots ontdekt hij een bank in het park. Een bank die hij herkent van toen hij nog kind was. Hij gaat zitten en kijkt zwijgend naar de voorbijgangers. Hun ogen ontwijkt hij, hun blik kan hij niet aan.
En dan verschijnt op de bank tegenover hem een ‘salaryman’. Eén zoals er zoveel zijn in de stad. Met pak en stropdas. Tachuki beseft dat hij nu ineens iemand is, die een ander zich herinnert. Hij laat het toe, van ‘Stropdas’ kan hij dat verdragen, die komt elke dag terug.
Stilaan leren ze elkaar kennen. Door de geur van de sigaret van de zakenman, door hun blik en knikje als ze ’s morgens de bank naderen. Eindelijk ook door hun woorden. Tachuki’s stem klinkt voor hemzelf in het begin vreemd, hij sprak alleen maar in zichzelf in woorden. Maar dan begint de ‘Stropdas’ te vertellen en Tachuki luistert sinds lang naar het verhaal van een ander.
Ook Tachuki doet zijn verhaal. Tot op een morgen ‘Stropdas’ weg blijft.
Heel knap, fijnzinnig, hoe de auteur stap per stap de evolutie tussen die twee eenzame mensen beschrijft vanuit het oogpunt van Tachuki.
Een boek waarbij je heel wat uitspraken zou willen opschrijven en onthouden.
Synopsis
Twee mannen die op verschillende wijze niet opgewassen zijn tegen de eisen van de Japanse maatschappij komen op een bankje in een park met elkaar in contact.