Joyland, het pretpark waar ze plezier verkopen.

Alles draait rond plezier in het pretpark ‘Joyland’. Onder de slogan ‘wij verkopen plezier’, gaat Devin Jones er in de zomer van 1973 aan de slag als jobstudent. Zoveel jaar later, blikt hij terug op de onvergetelijke tijd die hij er heeft beleefd. Devin was toen 21 jaar oud, had last van liefdesverdriet en wou zijn drukke studentenleven even achter zich laten. In het pretpark maakt hij vrienden voor het leven maar raakt hij ook in de ban van Linda Gray; een meisje dat op een mysterieuze wijze vermoord is door haar vriend in het pretpark. Wanneer de zomervakantie ten einde loopt, besluit Devin in ‘Joyland’ te blijven werken, waar hij de vreemde moord probeert op te lossen. Hij ontfermt zich ook over het terminaal zieke jongetje Mike en zijn ongelukkige moeder Annie.

“Ik had het gevoel dat Joyland me nog wat te bieden had. Ik wist niet wat, ik wist alleen dat ik nog wat tegemoet kon zien.” (p. 139)

Devin, de depressieve en onzekere student, groeit veel als persoon dankzij het pretpark. Hij stelt nieuwe waarden voor zichzelf en probeert zaken vanuit een andere hoek te bekijken. Hierdoor wordt hij gelukkiger en beantwoordt hij uiteindelijk ook de vraag: ‘wie heeft Linda Gray vermoord?’. De ontknoping is ontzettend spannend, maar dat is ook wel het enige moment dat ik op het puntje van m’n stoel zat. Het vertelperspectief is vertellende ik: hierdoor zijn er veel flashbacks en -forwards. Dit perspectief is heel toepasselijk, je krijgt een volledig beeld van Devin en zijn gedachten.

Door de schrijfstijl is het boek bovendien heel meeslepend. Wie een klassiek horrorverhaal van Stephen King verwacht, moet ik wel teleurstellen. Het verhaal gaat heel traag vooruit waardoor er niet gemakkelijk spanning ontstaat. Het blijft wel een echte aanrader!